top of page

Unus Mundus

Liefde als veld van verbondenheid

 

 

 

 

 

Een persoonlijke inleiding

Er zijn momenten waarin ik heel sterk voel dat alles met alles verbonden is. Niet als idee, maar als werkelijkheid. Een diepe resonantie — een droom die samenvalt met een gebeurtenis, een ontmoeting die meer lijkt dan toeval, een stilte van diepe verbinding. In die momenten voel ik mij geen los individu, maar een draad in een groter weefsel. Alsof de grens tussen binnen en buiten vervaagt en ik deel ben van een ademend, levend geheel.

 

In mijn jarenlange zoektocht naar waarheid, liefde en empathie stuitte ik op het gedachtegoed van Carl Gustav Jung en in het bijzonder op zijn concept van de Unus Mundus, waarin geest en materie, zelf en ander, mens en kosmos deel zijn van dezelfde bron. Wat mij raakte, is dat dit geen romantisch idee is, maar een existentieel gegeven. Een ervaring van heelheid en verbondenheid die onder andere voelbaar wordt in Liefde, in synchroniciteit en in diepe ontmoeting.

 

Dit essay onderzoekt hoe het Unus Mundus-denken van Jung zich laat verbinden met moderne inzichten uit de kwantumfysica, met oude wijsheidstradities en met mijn eigen visie op Liefde als het dragende veld van het bestaan. Want misschien is het precies dit veld — deze onderliggende eenheid — dat wij vergeten zijn. En is empathie niet slechts een menselijke vaardigheid, maar een herinnering aan wie wij werkelijk zijn.

 

 

 

Jung en het Unus Mundus: eenheid voorbij dualiteit

Voor Jung is Unus Mundus de oertoestand van werkelijkheid; een niet-gesplitste eenheid waaruit zowel bewustzijn als materie voortkomen. Het is een metafysische grond die voorafgaat aan de scheiding tussen innerlijk en uiterlijk, tussen psyche en wereld. Jung vond deze term terug in de alchemie, waar men sprak over de zoektocht naar de “una res” — de ene substantie die alles doordringt.

 

Jung merkte op dat er ervaringen zijn waarin deze eenheid zich aandient: synchroniciteit, dromen, mystieke momenten, diepe liefde. Deze ervaringen laten zien dat er een werkelijkheid is waarin betekenis en materie samenvallen. Waarin het leven niet alleen logisch of causaal is, maar ook symbolisch, verbonden en vol resonantie.

 

In het licht van het Unus Mundus-denken is de mens geen toeschouwer van de wereld, maar een deelnemer aan een veld van betekenis. En dat veld is niet abstract. Het is voelbaar. In jou. In mij. En in de ruimte tussen ons.

 

 

 

Kwantumfysica: een fysische echo van verbondenheid

Op het eerste gezicht lijken Jung en de kwantumfysica werelden van verschil. Maar juist in hun meest radicale inzichten raken ze elkaar. De kwantumfysica laat zien dat de werkelijkheid niet opgebouwd is uit losse dingen, maar uit velden en relaties. Een deeltje bestaat niet op zichzelf, maar als fluctuatie in een veld. Pas door waarneming vervalt het tot een specifieke vorm.

 

In het fenomeen van kwantumverstrengeling zien we dat twee deeltjes, eenmaal verbonden, voor altijd met elkaar blijven resoneren, ongeacht afstand. Einstein noemde dit “spooky action at a distance”. Maar Jung zou het een uitdrukking van Unus Mundus noemen.

 

Deze fysieke verbondenheid is niet louter mechanisch. Ze suggereert een diepere orde, waarin het hele universum als één geheel functioneert. Zoals David Bohm het verwoordde: “De totaliteit is niet een verzameling van delen, maar een onafscheidelijk geheel.”

 

Wat mij hierin raakt, is dat dit wetenschappelijk wereldbeeld steeds meer lijkt op wat mystici, sjamanen en filosofen al eeuwenlang zeggen: alles is met alles verbonden. En die verbondenheid is niet neutraal, maar draagt een kwaliteit. Een resonantie. Een richting. Ik noem dat Liefde.

 

 

Liefde als het veld: geen metafoor, maar werkelijkheid

In mijn denken is Liefde niet slechts een emotie, noch een moreel ideaal. Liefde is het organiserende principe van het bestaan zelf. Een veld waarin alles met alles verbonden is. Waar Jung spreekt van Unus Mundus, spreek ik van Liefde als veld: een grondtoon die alles draagt, doordringt en verbindt.

 

Wanneer we iemand diep ontmoeten, wanneer empathie oplicht, wanneer we geraakt worden zonder reden, dan voelen we dat veld. Dan zijn we even niet afgescheiden, maar opgenomen in een groter geheel. Empathie is dan geen vaardigheid, maar een zintuig. Een vermogen om het veld van Liefde te voelen. Om het Unus Mundus te ervaren — belichaamd, relationeel en kwetsbaar.

 

In die zin is Liefde de kwalitatieve, innerlijke ervaring van het veld. En empathie de weg daarnaartoe.

 

 

 

Synchroniciteit: de taal van verbondenheid

Een belangrijk spoor tussen Jung en mijn filosofie is het begrip synchroniciteit. Dit zijn de betekenisvolle toevalligheden die je niet kunt verklaren, maar die voelen alsof ze ergens vandaan komen. Alsof het leven zelf spreekt.

 

Voor Jung zijn dit manifestaties van het Unus Mundus. En ik herken dat. Synchroniciteit is de plek waar bewustzijn en wereld elkaar raken, waar Liefde zich toont als richtinggevende kracht, als subtiele fluistering van het geheel.

 

In die zin is synchroniciteit niet zweverig, maar diep existentieel. Het is een herinnering dat we geen losse fragmenten zijn, maar dat we in resonantie leven met iets dat groter is dan wijzelf.

 

 

 

Spiritualiteit: terugkeer naar het geheel

Wat Jung Unus Mundus noemt, wordt in vele spirituele tradities op andere manieren aangeduid: het Tao, het Brahman, het veld, het goddelijke, de bron. Wat al deze tradities gemeen hebben, is het inzicht dat de werkelijkheid niet wezenlijk gescheiden is, maar een levende eenheid vormt. Een dynamisch geheel waarin elk deel het geheel weerspiegelt.

 

Spiritualiteit, in deze zin, is niet geloven in iets buiten ons. Het is thuiskomen in wat altijd al waar was: dat we verbonden zijn. Dat Liefde geen eigenschap of emotie is, maar de grond van ons zijn.

 

Dat is ook wat empathie doet: het is een vorm van spiritueel bewustzijn — niet in termen van geloof, maar van aanwezigheid. Een herinnering dat jij en ik uit hetzelfde weefsel bestaan.

 

 

 

Een metamoderne bedding

In onze tijd, waarin de postmoderne fragmentatie zijn uitputtingspunt bereikt heeft, ontstaat er ruimte voor een nieuw bewustzijn. Geen terugkeer naar dogma’s, maar ook geen relativistische bodemloosheid. In het metamodernisme herkennen we een zoektocht naar waarheid, liefde en verbondenheid — in openheid, complexiteit en resonantie.

 

Het Unus Mundus past precies in deze beweging: het erkent de diepte van subjectiviteit, maar zoekt ook naar het verbindende, naar het gedeelde veld. En Liefde — als veld, als resonantie, als morele kracht — is daarin het centrale kompas.

 

 

​

Slot: herinnering aan het geheel

Misschien is dat de diepe uitnodiging van het Unus Mundus: niet om alles te begrijpen, maar om ons opnieuw te laten raken. Om te luisteren naar wat zich aandient in het tussen. In de ontmoeting. In het mysterie.

 

Liefde is dan niet iets wat we voelen, maar iets waarin we bestaan. En empathie is de poort waardoor we die eenheid kunnen betreden.

 

In een wereld van gescheidenheid is dat geen zweverigheid. Het is de meest radicale daad van aanwezigheid.

unus mundus, liefde als veld, resonantie, Jung
bottom of page