Het beestje een naam geven
Taal, narratieve identiteit en de weg van heling
​
Er zijn ervaringen die je jarenlang meedraagt zonder dat je er taal voor hebt. Ze blijven als schaduwen aanwezig, ze vormen je keuzes, je gevoelens, je reacties – maar ze zijn diffuus en onbenoembaar. Pas wanneer je woorden vindt, krijgt de ervaring contouren en wordt ze hanteerbaar. Voor mij is schrijven precies dat geweest: een manier om het beestje een naam te geven.
Psychologisch gezien is dat geen luxe, maar een noodzaak. Trauma en destructieve relaties nestelen zich in herhalingen – het steeds opnieuw doorleven van gebeurtenissen die niet afgerond zijn. Zonder taal blijft die herhaling een cirkel. Met taal kan ze veranderen in een lijn, in een narratief dat beweging en betekenis krijgt. Schrijven werd voor mij de weg van rumineren naar verwerken: niet eindeloos herkauwen, maar langzaam begrijpen en plaatsen.
Filosofisch gezien raakt dit aan de kern van ons bestaan. Paul Ricoeur noemt dit narratieve identiteit: we worden wie we zijn door het verhaal dat we over onszelf vertellen. En Hannah Arendt wijst erop dat spreken – en dus ook schrijven – een politieke en existentiële daad is: het geeft waarheid een plek in de wereld en maakt ons zichtbaar tegenover anderen. In die zin is schrijven niet alleen therapie, maar ook een vorm van verantwoordelijkheid: een weigering om de werkelijkheid te laten verdwijnen in stilzwijgen of verdraaiing.
Voor mij is dit schrijven in de eerste plaats nooit bedoeld geweest om een ander te overtuigen of te raken, maar om mezelf terug te vinden. Het ging niet om het loslaten van een persoon, maar om het loslaten van de versie van mezelf die gevangen zat in destructieve dynamieken. Door te schrijven vond ik een bedding waarin ik kon groeien en tegelijk een weg naar een nieuw begin: een leven waarin liefde, waarheid en verbondenheid opnieuw mogelijk werden.
De psychologische laag – Van herhaling naar betekenis
Wie een destructieve relatie doormaakt, ontdekt vaak dat de pijn niet ophoudt op het moment van het verbreken van de relatie. Integendeel, daar begint het proces pas: in je hoofd herhalen zich de scènes, de woorden, de stiltes. Alsof je zenuwstelsel telkens opnieuw terugkeert naar de momenten van verwarring, verlating of manipulatie.
Psychologisch gezien is dat begrijpelijk. Trauma en relationeel misbruik worden niet alleen opgeslagen als herinneringen, maar ook als fragmenten van ervaring die telkens opnieuw oplichten zodra iets in het heden ze aanraakt.
Deze herhaling heeft een functie: het brein probeert grip te krijgen op wat te groot, te verwarrend of te pijnlijk was om in één keer te bevatten. Maar zonder verwerking blijft het een gesloten cirkel: eindeloos herkauwen, zonder beweging. Dat noemen we rumineren.
Het verschil ontstaat op het moment dat er woorden komen. Zodra de ervaring in taal wordt gegoten, verschuift er iets fundamenteels. De chaos krijgt contouren, de herhaling verandert in een verhaal met begin, midden en einde. In psychologische termen spreken we hier over narratieve verwerking: de pijn wordt niet uitgewist of vermeden, maar krijgt een plaats in de levensgeschiedenis. Het zelf kan weer verder bewegen, omdat het houvast heeft gevonden in betekenis.
Voor mij waren mijn dagboeken die houvast. Daarin kon ik opschrijven wat er werkelijk gebeurde, los van de verdraaiingen en gaslighting in mijn relatie. Door dagelijks te schrijven, herwon ik mijn eigen waarneming. Op papier wist ik: dit is de waarheid. Het gaf me een anker, een bevestiging van mijn eigen realiteit, terwijl alles om mij heen in twijfel leek te worden getrokken.
Psychologisch onderzoek naar schrijven bevestigt dit. Expressief schrijven blijkt emoties te reguleren, herinneringen te ordenen en zelfs het immuunsysteem positief te beïnvloeden. Maar nog belangrijker: het herstelt de verbinding met het zelf. Het is een manier om je eigen innerlijke stem terug te vinden, een stem die in destructieve relaties vaak systematisch wordt overstemd of ondermijnd.
Schrijven werd voor mij daarmee niet een manier om vast te houden aan het verleden, maar juist om mezelf te bevrijden uit de herhaling ervan. Het was de stap van cirkelen naar vooruit bewegen, van rumineren naar betekenis geven.
​
De filosofische laag – Taal en identiteit
Schrijven is niet alleen een psychologisch proces, het raakt ook aan de filosofische kern van ons bestaan. De vraag wie we zijn, is onlosmakelijk verbonden met de verhalen die we over onszelf vertellen. Zoals Paul Ricoeur stelt, ontstaat onze narratieve identiteit niet door losse gebeurtenissen, maar door de manier waarop we ze in taal verweven tot een verhaal dat ons leven betekenis geeft. Zonder woorden blijft de ervaring fragmentarisch; met woorden ontstaat een continuïteit waarin verleden, heden en toekomst verbonden raken.
Hannah Arendt gaat nog een stap verder. Voor haar is spreken — en dus ook schrijven — een existentiële daad. Door ervaringen onder woorden te brengen, treden we naar buiten, maken we zichtbaar wat anders verborgen blijft en geven we waarheid een plaats in de wereld. In een omgeving waar verdraaiing en manipulatie het dominante register vormen, wordt het vinden van woorden daarmee ook een morele daad: een weigering om de werkelijkheid te laten verdwijnen in stilte of leugens.
Voor mij persoonlijk is schrijven precies dat geweest. Het was niet slechts introspectie, maar een verzet tegen het uitwissen van mijn innerlijke werkelijkheid. In de relatie werd waarheid ontkend of omgebogen. Door te schrijven gaf ik mijn waarneming terug aan mezelf — en daarmee ook mijn bestaan.
​
Filosofisch raakt dit aan iets wat ik zelf steeds dieper ben gaan zien: dat liefde, waarheid en verbondenheid niet los van elkaar kunnen bestaan. Taal is de bedding waarin deze drie elkaar ontmoeten. Alleen in waarachtige taal kan liefde zichzelf tonen als erkenning van de ander. Alleen in waarachtige taal kan verbondenheid werkelijk standhouden.
Daarom is schrijven voor mij meer dan een hulpmiddel; het is een existentiële weg. Een weg die niet alleen mijn identiteit hervormt, maar ook de mogelijkheid opent om opnieuw te leven in waarheid — en daarmee in liefde.
​
Persoonlijke reflectie – Niet loslaten van de ander, maar van jezelf
Lange tijd dacht ik dat heling zou betekenen dat ik haar moest loslaten. Dat als ik maar genoeg afstand nam, genoeg tijd liet verstrijken, genoeg duiding zou vinden, de pijn vanzelf zou verdwijnen. Maar gaandeweg ontdekte ik dat dit niet de kern was. Het echte proces draaide niet om het loslaten van de ander, maar om het loslaten van de versie van mezelf die in die relatie gevangen was blijven zitten.
Die versie van mij had zich eindeloos aangepast. Ze had zich laten verblinden door valse beloftes en fake berouw, zich klein gemaakt uit angst voor afwijzing en zichzelf keer op keer opgeofferd in de hoop gezien te worden. Ze was bereid geweest om haar mentale en fysieke gezondheid in gevaar te laten brengen onder het mom van ‘liefde’. Ze was bereid geweest haar eigen waarheid opzij te schuiven om de band niet te verliezen. En precies daarin raakte ik mezelf kwijt.
Door te schrijven kreeg ik die dynamiek steeds scherper in beeld. Ik zag hoe ik verstrikt was geraakt in patronen van afhankelijkheid, manipulatie, hoop en zelfvergetelheid. En hoe die patronen niet alleen iets over haar vertelden, maar ook over mij. Schrijven maakte zichtbaar wat ik liever niet wilde zien: dat ik zelf degene was die mijn innerlijke kompas had verlaten.
Dat inzicht was pijnlijk, maar ook bevrijdend. Want wat je kunt benoemen, kun je ook veranderen. Elke bladzijde die ik vulde, hielp me een stukje los te komen van die oude versie van mezelf. Niet door haar te veroordelen, maar door haar te erkennen: dit was ik, dit heb ik gedaan, dit was mijn manier om te overleven. En door die erkenning kwam er ruimte om een nieuwe weg in te slaan.
Exact daar voltrok zich iets onverwachts: het loslaten van mijn ex gebeurde als vanzelf. Juist omdat ik daar niet bewust op gericht was, maar omdat de greep die zij had op mijn oude zelf weggleed, zodra ik die oude versie van mezelf achter me liet. Het bleek een bijeffect van een dieper proces. Door langzaam terug te keren naar mijn ware zelf, verloor mijn ex haar macht over mijn verhaal. Waar ik dacht dat de strijd lag in het loslaten van de ander, bleek de bevrijding te liggen in het terugvinden van mijzelf.
Schrijven hielp me om niet vast te blijven zitten in die vraag hoe ik haar moest loslaten, maar om te ontdekken wie ik zelf kon worden. Het was een proces van terugkeren naar mijn eigen kern — een kern die niet langer gevangen hoefde te zijn in het toneel van de ander, maar die zich opnieuw mocht richten op waarheid, liefde en verbondenheid.
​
Slotbeschouwing – Schrijven als helende daad
Terugkijkend zie ik dat schrijven voor mij veel meer was dan een manier om herinneringen vast te leggen. Het was een daad van herstel. Een manier om een bedding te scheppen waar geen bedding meer was. Waar de relatie gekenmerkt werd door verdraaiing, gaslighting en het verdwijnen van waarheid, bracht schrijven helderheid en houvast.
Schrijven gaf me de mogelijkheid om mijn ervaringen te ordenen, om patronen te herkennen en om een stem te geven aan datgene wat anders verloren dreigde te gaan in stilte. Het maakte dat ik mezelf opnieuw kon ontmoeten, niet als de vrouw die gevangen zat in destructieve dynamieken, maar als de vrouw die betekenis wist te geven aan haar eigen pijn.
Filosofisch gezien is schrijven daarmee een existentiële daad. Het is het terughalen van innerlijkheid in een wereld die die vaak bedreigt. Het is de weigering om je werkelijkheid te laten verdwijnen in de leegte van manipulatie en ontkenning.
Psychologisch gezien is schrijven een weg uit de cirkel van herhaling, een transformatie van trauma tot narratief, van chaos tot betekenis.
En persoonlijk gezien is het niets minder dan een vorm van heling. Het gaf me niet alleen de kracht om de oude versie van mezelf los te laten, maar ook om te ervaren dat het loslaten van de ander daardoor als vanzelf gebeurde. In woorden vond ik een nieuwe bedding: een ruimte waarin waarheid, liefde en verbondenheid weer mogelijk werden.
Toch schrijf ik niet alleen om mezelf terug te vinden. Ik schrijf ook in de hoop dat mijn woorden iets kunnen betekenen voor anderen die in soortgelijke situaties verstrikt zijn geraakt. Dynamieken als triangulatie, blame-shifting en gaslighting zijn al onderbelicht, maar in het bijzonder geldt dat voor relaties tussen vrouwen. Vrouw-vrouwrelaties worden vaak romantisch of idyllisch voorgesteld, maar de werkelijkheid kan even complex, destructief en verwarrend zijn als in elke andere relatie.
Juist daarover bestaat nog te weinig taal. Door mijn ervaringen op te schrijven, wil ik bijdragen aan die ontbrekende woorden. Want herkenning is een eerste vorm van bevrijding: het besef dat je niet alleen bent, dat wat je meemaakt werkelijk gebeurt en bovenal: dat er een weg uit bestaat.
Misschien is dat de diepste betekenis van schrijven: het is geen ontsnapping uit de werkelijkheid, maar een terugkeer naar wat werkelijk is. Het maakt zichtbaar wat anders verborgen zou blijven en geeft de ziel de moed om zich opnieuw te hechten aan waarheid. In die zin is schrijven een helende daad — een daad die niet alleen het verleden omzet in betekenis, maar ook de weg opent naar een vrijere toekomst.


