top of page

Een ode aan LLowlands

Een tijdelijke utopie

 

 

 

 

 

Inleiding

Dertien jaar geleden liep ik voor het laatst over het festivalterrein van Lowlands. Het leven nam een andere wending, ik kreeg kinderen, de jaren gleden voorbij en het festival verdween naar de achtergrond. Tot dit jaar. Mijn terugkeer voelde als een sprong in de tijd, alsof ik een oude geliefde weer in de armen sloot. Het terrein was veranderd, de podia nog groter en de organisatie strakker – en toch hing er dezelfde ongrijpbare magie in de lucht.

 

Lowlands is meer dan een festival. Het is een tijdelijke samenleving, een plek waar vier dagen lang een andere werkelijkheid voelbaar wordt. Mensen delen wat ze hebben, houden rekening met elkaar, zijn vrolijk, open, behulpzaam en vrijgevig. Het is alsof er een collectieve belofte rondwaart: de wereld kan ook zo zijn. Hier zijn we even meer dan individuen in een haastige maatschappij; hier zijn we gemeenschap.

 

 

De tijdelijke utopie

Wat Lowlands onderscheidt van het dagelijks leven is niet alleen de muziek, de kunst of de overdaad aan prikkels. Het is de manier waarop mensen met elkaar omgaan. Alsof er, eenmaal binnen de hekken van het terrein, een andere logica geldt. Een logica van openheid, zorg en vrijgevigheid. Je leent elkaar een aansteker, tilt iemand die gevallen is direct overeind, deelt een jointje of een blik bier met een vreemde die al snel geen vreemde meer is.

 

Onder al deze kleine gebaren ligt een dieper dragend weefsel: Liefde. Niet als romantisch gevoel, maar als verbindend principe dat de sfeer draagt. Liefde maakt dat mensen elkaar werkelijk zien, zonder oordeel, zonder hiërarchie. Het is deze stille kracht die Lowlands tot meer maakt dan een festival: het verandert het terrein in een tijdelijke samenleving waarin de ander geen bedreiging, maar een belofte is.

 

Deze vanzelfsprekende zorg voor elkaar creëert een gemeenschap die haast onwerkelijk aanvoelt. De scherpe randen van het alledaagse bestaan – competitie, wantrouwen, haast – lossen even op in een gedeelde stroom van muziek, dans en nabijheid. Lowlands wordt zo een mini-samenleving waarin gelijkwaardigheid en verbondenheid het fundament vormen. Dat gebeurt niet omdat iemand het oplegt, maar omdat iedereen het voelt en belichaamt.

 

Voor even ontstaat er een utopie, niet in woorden, maar in daden. Een samenleving waarin de ander geen concurrent of bedreiging is, maar een mede-mens.

 

 

 

De schaduwzijde: kapitalisme op Lowlands

Toch heeft ook deze tijdelijke utopie zijn prijs. Letterlijk. Want Lowlands is al lang geen underground festival meer; het is een merk geworden, een product dat zich soepel laat inpassen in het kapitalistische systeem. Een product dat dit jaar, met 65.000 kaarten, binnen 23 minuten was uitverkocht.

 

Het merk LLowlands heeft een enorme aantrekkingskracht, maar ook een keerzijde: de toegang is duur, de prijzen voor eten en drinken zijn absurd en zelfs een simpel T-shirt kost een vermogen.

 

Het festival presenteert zich als een open samenleving waar iedereen welkom is, maar in werkelijkheid kan niet iedereen zich deze ervaring veroorloven. Alleen wie financieel redelijk goed zit, kan zich een kaartje, kampeerplek en vier dagen consumpties permitteren.

 

Daarmee ontstaat een wrange paradox: juist een plek die vrijheid, verbondenheid en gelijkheid belichaamt, is in de praktijk alleen toegankelijk voor een selecte groep.

 

Het kapitalisme dringt zo zelfs door in onze utopieën. Het maakt verbondenheid tot product. Het hangt een prijskaartje aan de ervaring van gemeenschap en dreigt zelfs liefde — die stille kracht van zorg en vrijgevigheid — te reduceren tot product. Wat als vanzelfsprekend lijkt, zorg voor elkaar, delen, vrijgevigheid en gelijkheid, wordt ingekapseld in een systeem dat winst boven mensen stelt.

 

 

 

Filosofische reflectie

Wat zich op Lowlands aftekent, laat zich ook filosofisch duiden. Antropoloog Victor Turner beschreef festivals en rituelen als liminale ruimtes: een overgangsgebied waarin de normale orde tijdelijk wordt opgeschort. In die liminaliteit ontstaat wat hij communitas noemde — een intense ervaring van gelijkwaardigheid en verbondenheid, waarin de scheidslijnen tussen mensen vervagen.

 

Op Lowlands wordt dat zichtbaar en voelbaar. In de dansende menigte is er geen hiërarchie meer; je bent samen, opgenomen in een groter geheel. Dat moment van Ik en Jij, zoals Martin Buber het beschreef, waarin de ander niet een middel is, maar een levende aanwezigheid die jou raakt. Ook Erich Fromm zou hier zijn gedachte herkend hebben: liefde niet als romantisch gevoel, maar als actieve betrokkenheid, als de bereidheid om de ander werkelijk te zien.

 

Wat Turner communitas noemt, wat Buber herkent in de Ik-Gij-relatie en wat Fromm duidt als actieve betrokkenheid, kan in wezen één en hetzelfde worden genoemd: Liefde als dragend principe van menselijke verbondenheid. Op Lowlands is die liefde tijdelijk tastbaar en ze laat zien wat altijd mogelijk zou kunnen zijn.

 

Toch schuurt hier ook iets. Want wat Turner, Buber en Fromm zagen als wezenlijke menselijke ervaringen, wordt op Lowlands omringd door commercie en kapitalistische structuren. Het moment van verbondenheid is echt, maar het vindt plaats binnen een systeem dat juist het tegenovergestelde in stand houdt: ongelijkheid, exclusie, uitbuiting. Daarmee wordt Lowlands een spiegel van onze tijd: een herinnering aan wat mogelijk is, maar tegelijk een pijnlijke confrontatie met wat door het kapitalistisch systeem tegengewerkt wordt.

 

 

 

Slot

Lowlands laat zien dat het wél kan: samenleven vanuit zorg, gelijkwaardigheid en betrokkenheid. Het bewijst dat mensen in staat zijn om een mini-samenleving te vormen waarin vrijgevigheid en verbondenheid vanzelfsprekend zijn. Maar juist deze ervaring legt ook de wond bloot: binnen een kapitalistisch systeem kan een echte utopie nooit wortel schieten.

 

Kapitalisme draait niet om eerlijkheid of gelijkheid, maar om de maximalisering van winst, ten koste van mensen. Het maakt zelfs verbondenheid tot een product dat te koop is voor wie het zich kan veroorloven, terwijl de mensen onderaan de ladder buitengesloten blijven. Daarmee holt het onze samenleving uit en ondermijnt het precies die waarden die Lowlands zo tastbaar maakt.

 

En toch blijft er iets overeind: de herinnering. Want ook al is Lowlands tijdelijk en fragiel, de ervaring zelf kan niet worden uitgewist. Voor wie er geweest is, leeft ze voort als bewijs dat een andere manier van samenleven mogelijk is. Een belofte dat, zelfs in een wereld die door kapitalisme wordt gestuurd, Liefde niet volledig kan worden uitgeroeid. Zij is verankerd in ons zijn.

 

Misschien is dat de ware kracht van Lowlands: niet de illusie van een volmaakte utopie, maar het aanraken van de herinnering aan Liefde als dragend weefsel van ieder menselijk samenzijn.

 

Eén ding weet ik zeker: voor mij is Lowlands als jaarlijkse traditie weer in ere hersteld.

Tot volgend jaar, Lowlands!

Lowlands festival, ode, utopie, kapitalisme, consumentisme
regenboog pinky verbinding met witte lijnen, rainbow love
bottom of page